hofcultuur ckv 2


	KUA: De cultuur van het Hof (16de en 17de eeuw) Invalshoek 2.1: Inleiding, kunst en religie, levensbeschouwing [invalshoek 1] [invalshoek 2] [invalshoek 3] [invalshoek 4] [invalshoek 5] [invalshoek 6]
	2.1.1.- Inleiding in de Hofcultuur van de 16de en 17de eeuw. [Lees verder............] Opdracht 2.1.A.- Inleiding, kunst en religie, levensbeschouwing
	2.1.1.1- De voorstelling van de Menaechmi van Plautus in het nieuwe hof van het kasteel van de familie Este, op 25 januari 1468, is een mijlpaal die de grens trekt tussen een nog middeleeuws toneel en een modern spektakel. Alles droeg bij tot het uitzonderlijke karakter van de gebeurtenis. [Lees verder.......] Opdracht onder aan de pagina.
	2.1.2.- Het woord humanist ontstond in de vijftiende eeuw als een studentenwoord voor een docent aan de universiteit die les gaf in de studia humanitatis, de menswetenschappen. [Lees verder....] Opdracht 2.1.D.- De uitdrijving van de Ondeugden. Mantegna
	2.1.5.2.- Met de Medici's aan het begin van de zestiende eeuw brak de tijd aan van de grote maskerades, die bij belangrijke gebeurtenissen plaatsvonden. Bij al deze gelegenheden werd de stad 'gemaskeerd'. Men construeerde fraaie gevels en gebouwen, triomfbogen en reuzen, en men maakte beelden uit de Oudheid na. [Lees verder........] Opdracht 2.1.B.- Maskerades
	2.1.2.1.- In de klassieke traditie bestaat de geschiedenis uit vier grote tijdperken, die alle overeenstemmen met een metaal. [Lees verder........] Opdracht 2.1.C.- Geschiedenisopvattingen
	2.1.2.2.- Geen werk geeft zo duidelijk de idealen van de Italiaanse Renaissance weer als het "Boek van de hoveling". De hoveling, de ideale, evenwichtige renaissancemens, verenigde de middeleeuwse ridder en de moderne, hoffelijke en geletterde liefhebber van de schone kunsten in zich. [Lees verder.........]	PO-CKV-2 (Praktische opdracht) Sprezzatura is een term uit de Renaissance en werd door Baldassar Castiglione (1478-1529) geïntroduceerd in zijn boek "Il libro del Cortegiano" (het boek van de Hoveling, Venetië, 1528).[Lees verder...........]
	2.1.3.- Willen we de herleving van de klassieke vormen in bijvoor beeld de bouwkunst of in de toneelkunst, of de geestdrift voor de ontdekking en uitgave van klassieke manuscripten begrijpen, dan moeten we ze zien als onderdelen van een veel ambitieuzere onderneming. [Lees verder.....] Opdracht 2.1.E.- Herleving van de klassieken: David
	2.1.4.- Toen Ovidius in de eerste jaren van onze jaartelling zijn meesterwerk dichtte, besefte hij niet half hoe blijvend zijn roem zou zijn. Vanaf de Middeleeuwen is het een onuitputtelijke bron geweest voor kunstenaars en literatoren. In de zeventiende eeuw diende het zelfs als schilderbijbel [Lees verder............]
	2.1.5.- Deze verhalen van Ovidius spitsen zich steeds toe op gedaantewisselingen van goden en stervelingen in dieren, planten, sterren en dergelijke.	Voorbeeld: Jupiter en Callisto Voorbeeld: Apollo en Daphne Voorbeeld: Diana en Actaeon
	2.1.6.- De mythe van het aardse paradijs, het verlangen naar een leven in harmonie met de natuur, vinden we al in de literatuur uit de oudheid.[Lees verder............]
	2.1.6.1.- De Arcadia van de Napolitaanse dichter Jacopo Sannazaro, dat onder invloed van het werk van Vergilius en Boccaccio geschreven was en voor het eerst in 1504 verscheen, beschrijft in twaalf herderszangen het leven van de herders in de door nimfen en faunen bevolkte natuur. [Lees verder.......]
	2.1.5.1.- Vanaf de 15-de eeuw verschijnen er in Italië villa's op het platteland: een landhuis van de stadsaristocratie. Het landhuis was een samengaan van het castello en de boerderij. Men zag het leven op het platteland als een aanvulling en tegenstelling van de cultuur van de aristocratie in de stad.[Lees verder...........]
	2.1.5.3.- In de vorm van een dialoog tussen oom en neef geeft Alberti in "I Libri della Famiglia" (1428) een serie richtlijnen over de vraag, hoe je een landgoed als onderneming kunt exploiteren met de grootst mogelijke winst, maar het boek strekt zich evenzeer uit tot aangelegenheden van politiek en gezondheid. [Lees verder.....]
	2.1.6.2.- De 'Orlando Furioso' is na de 'Divina Commedia' van Dante en de 'Canzoniere' van Petrarca het meest invloedrijke boek van de klassieke Italiaanse literatuur. De eerste versie ervan verscheen in 1516, de derde, herziene en uitgebreide versie in 1532. [Lees verder..........]
	2.1.6.3.- Het boek beschrijft de gedroomde reis van Poliphilus, die via een bos, een vallei, dwaalwegen, paradijselijke tuinen en een onderaardse crypte, uiteindelijk arriveert op het eiland Cythera, waar Venus de scepter zwaait. [Lees verder........]
	2.1.7.- Giorgio Vasari's (1511-1574) betekenis voor de kunstgeschiedenis is vooral baseerd op zijn literaire werk: De biografieën van beroemdste schilders, beeldhouwers en architecten. [Lees verder..........]
	2.1.8.- Nicolas Poussin, een boerenzoon uit Normandië, heeft voornamelijk in Rome gewerkt, waar hij sterk geinspireerd werd door overblijfselen uit de klassieke oudheid. [Lees verder.......]
	2.1.9.- Lorrain had geen klassieke opleiding gehad; in zijn geboortestreek Lorraine was hij banketbakkersleerling geweest en hij vertrok al op zeer jeugdige leeftijd naar Rome. [Lees verder.............]
	2.1.10.- De onderwerpen van de eerste opera's zijn haast alle afkomstig uit de Metamorfosen van Ovidius. In deze mythologische verhalen over goden en mensen konden de prinsen en aristocraten, die opdracht tot de opera hadden gegeven, zich herkennen en spiegelen.[Lees verder.........]
	2.1.11.- Vanaf het ontstaan rond 1600 was opera een exclusieve zaak van de aristocratie. De peperdure kunstvorm moest de geboortes en bruiloften van de adellijke families in Mantua en Florence opluisteren.[Lees verder...........]
	2.1.12.- In 1678 schrijft Samuel van Hoogstraten (1627-1678), een leerling van Rembrandt, zijn kunsttheoretische geschrift "Inleyding tot de Hooge Schoole der Schilderkonst". [Lees verder.......]